zondag 26 juni 2011

Op weg naar Zero Waste: een lege zwarte bak

Dat is mijn doel nu: mijn zwarte afvalcontainertje dat buiten in de tuin staat zo leeg mogelijk houden.
Ik ben er redelijk mee geobsedeerd. ;)

Foto van mijn zwarte container in de tuin


Door te minderen, te hergebruiken en te recyclen probeer ik al zo weinig mogelijk overig grijs afval te produceren. Mijn doel is al een tijdje om niet meer dan 1 leeg literpak per week met afval te vullen. De container wordt elke 2 weken geleegd, dus dan zou je niet meer dan 2 lege melkpakken in de bak moeten hebben.

Ik dacht: dat doe ik even.

Maar het is me in eerste instantie gewoon niet gelukt. Mijn Zero Waste pogingen worden echt zwaar gesaboteerd door mijn twee katten!

Op woensdagochtend wordt de bak geleegd. Als ik aan het eind van de middag dan van het werk thuiskom, maak ik eerst de bak schoon met een sopje van soda en groene zeep. Het is dan de bedoeling dat het sopje een paar dagen kan weken. Maar echt, afgelopen weken kwam er dan één van de katten op woensdag of donderdag aanzetten met een dode muis.

Aarghh...! Wat doe je daarmee? In de groene bak kan niet zomaar, want voor je het weet zit je bak onder de maden, zeker met warme broeierige temperaturen buiten. Het dode beestje met behulp van de blik en handweger dan maar in zo'n leeg melkpak doen en goed dichtplakken. Dan heb je dus al 1 melkpak.

Maar als cadeautje vind je dan op zaterdag of zondag wederom een dood beestje in de tuin. Dit keer was het een mol. Hmmpfff, weer in een leeg melkpak. Zelfde verhaal; in een pak en dat gaat dan maar weer dichtgetaped de bak in.

Om een lang verhaal kort te maken: de 'oogst' van de afgelopen twee weken was: 2,5 melk- en sappakken met grijs afval, 2 melkpakken met ieder een dode mol, en twee dode muisjes. Die muisjes lagen dinsdagmiddag in de tuin, dus die heb ik er zo maar ingedaan. Woensdag zou het immers weer worden opgehaald.


De saboteurs met één van hun slachtoffers


Dit schiet natuurlijk niet op zo.

Oplossing:
Ik heb nu van die biologisch afbreekbare plastic zakjes gekocht. Daar gaan eventuele nieuwe dode beestjes in, en dit keer gaan ze dan in de groene bak. Dan zou ik het doel van twee pakken moeten halen.

Dit is nu de inhoud van de zwarte bak...


Eerst op de bodem een sopje van soda en water, en ik heb wat water met groene zeep op de randen gedaan. De bak ruikt nu lekker naar groene zeep. :)
Het sopje is van woensdag. Het is vandaag zondag, en het sopje staat er nog in. Ik bewaar een leeg melkpak in het gootsteenkastje waar de laatste beetjes restafval ingaan. Tot nu toe gaat het goed. :)


Ik voelde me wel echt zwaar gek om foto's van mijn afvalcontainer te nemen en op internet te zetten, maar ach het is voor het goede doel zullen we maar denken..! :)

zaterdag 25 juni 2011

Recycling alleen is niet de oplossing


De nadelen van recyclen

Ons doel zou niet moeten zijn om meer te recyclen, maar om minder afval te produceren.


Recycling kent namelijk ook een aantal nadelen. Recycling is vaak een heel vervuilend proces. Als er in de spullen giftige bestanddelen zitten, dan verdwijnen die niet door recycling. Ze leveren een gevaar op voor de arbeiders in de recyclingsindustrie en voor de nieuwe ronde langs consumenten en gemeenschappen. Voor recycling heb je bovendien trucks en fabrieken nodig die veel energie verbruiken en nog meer afval produceren. Bovendien, is recycling wel zo groen? De meeste recycling is in handen van grote vuilophaaldiensten, die zowel de recycling als afvalverwerking voor hun rekening nemen. De afvalverwerking levert daarbij de meeste winst op, dus reken zelf maar uit waar de voorkeur van de vuilophaaldiensten liggen.
Recycling is verder vaak downcycling. Spullen worden gedegradeerd tot een minder materiaal en een tweederangsproduct. Een plastic bekertje wordt bijvoorbeeld de ondergrond van een tapijt (voorbeeld van downcycling), terwijl een glazen fles een nieuwe glazen fles wordt (voorbeeld van re- of upcycling).

“Recyclen is toegeven aan een nederlaag, toegeven dat we niet slim of geïnteresseerd genoeg zijn om dingen duurzamer te ontwerpen, te repareren of ze om te beginnen al helemaal niet te gebruiken.”
Volgens Leonard is recycling niet slecht, maar zijn we er iets teveel mee geobsedeerd. Recyclen is het laatste wat je met je spullen zou moeten doen. Eerst komt minderen, daarna hergebruiken en dáárna pas recyclen.

Recycling wordt echter meestal niet gezien als laatste redmiddel, maar de ecologische plicht van elke betrokken burger. Het is de manier voor mensen om hun milieubesef te etaleren.
Recycling is makkelijk: je kunt het doen zonder ooit stil te staan bij de inherente problemen van ons huidige productie- en consumptiepatroon, bij de duurzaamheid op lange termijn van een door groei geobsedeerde economie, of bij een eerlijker verdeling van onze natuurlijke hulpbronnen. Het gescheiden weggooien van gebruikte flessen en papier zal natuurlijk nooit wezenlijk de enorm negatieve impact veranderen, of zelfs maar ter discussie stellen. Het goede gevoel, het idee dat we iets nuttigs doen dat recycling ons geeft, kan juist averechts werken en de productie- en consumptiepatronen die tot meer afval leiden, juist versterken.

Ik dacht eerst ook dat ik goed bezig was: ik recycle zo veel mogelijk. Dan is het goed toch? Maar ik besef nu dat je afval, ja, ook je plastic en papier afval – verminderen de beste optie is, daarna hergebruiken en daarna pas recyclen.

Zero Waste
Zero Waste komt ook ter sprake in The Story of Stuff. Volgens Annie Leonard stelt Zero Waste de acceptatie en het onvermijdelijke van afval ter discussie: "Het is gericht op het elimineren van afval, niet op het verwerken ervan. Voorstanders van Zero Waste houden dan ook niet van ‘afvalverwerking’. Ze streven helemaal niet naar een betere afvalverwerking, maar naar nul afval. Het is het juiste streven. Het is net zoiets als dat vliegtuigmaatschappijen naar nul ongelukken streven. Ze zijn nog niet zover, maar ze zijn wel duidelijk over hun doeleinden. Kun je je voorstellen dat de KLM zegt: ‘nul ongelukken… nou ja, bijna nul!’ Nee, natuurlijk niet. Het doel is nul."

Zo kan het natuurlijk ook...


Dit was trouwens het laatste stukje van mijn zoveel-delige bespreking van The Story of Stuff!

Oh jee, dat betekend dat ik nu weer zelf m'n blogonderwerpjes moet gaan verzinnen...

;)

vrijdag 24 juni 2011

Kijktip

Het is één van de leukste films die ik heb gezien, met Meryl Streep in een geweldige rol. Het gaat over bloggen en over lekker koken en eten:

Julie & Julia



Op RTL 4.

(ja, nu - 21.30 uur - op tv!)

donderdag 23 juni 2011

E-waste


Elektronisch afval

"Onder e-waste vallen alle gsm’s, computers, tv’s, dvd-spelers, wifi’s, afstandsbedieningen en ander elektronisch toebehoren. Elektronisch afval is de snelst groeiende en meest giftige vuilnis van deze tijd. Het groeit drie keer zo snel als ons andere vuilnis en het zit vol met gevaarlijke metalen en chemicaliën.
De 3 meest voorkomende bronnen en redenen voor elektronisch afval zijn:
  1. GSM upgrades. De meeste telefoons zijn zo ontworpen dat ze na een paar jaar kapot zijn. Mobiele telefoonproviders bieden bovendien om de haverklap gratis of heel goedkope telefoons aan bij een nieuw of vernieuwd contract.
  2. Software upgrades. Nieuwe windows software draait vaak niet op oude computers, omdat die te weinig geheugen of snelheid hebben. Toen Microsoft met Vista kwam, veroorzaakte dat een piek in de stroom E-waste. De compacte mix van plastic, metaal en glas in computers maakt dat ze erg lastig te recyclen zijn.
  3. Wegwerpprinters. Printers zijn erg goedkoop, je krijgt ze soms zelfs gratis bij de aankoop van een computer. Het ware doel van de fabrikant is om jou vooral veel inktcartridges te verkopen.
‘Laten we maar een nieuwe kopen’ is vaak de standaardreactie als een elektronisch apparaat het begeeft of een nieuw onderdeel nodig heeft. Het resultaat is dat in de VS 400 miljoen elektronische producten worden gedumpt. Dit is een kleine 2 miljard kilo e-waste, waarvan veel nog prima functioneert!


En het afval is zeer giftig. Onze huidige elektronica bevat kwik, lood, cadmium, arseen, beryllium en broomhoudende brandvertragers. Het overgrote deel van het e-waste verdwijnt op de vuilnisbelt of in verbrandingsovens. Een deel van het afval wordt ook verscheept naar ontwikkelingslanden, waarvan veel ervan simpelweg gedumpt wordt. Een groot deel wordt daar op de meest afschuwelijke manier verwerkt die je maar kunt bedenken. Hele gezinnen breken zonder ook maar enige bescherming computers open om er de minieme hoeveelheden kostbare metalen uit te halen. Ze branden het pvc plastic (dat zeer giftig is) om het koper terug te winnen. Het is één grote giftige nachtmerrie."



Links:
Illegale dump van elektronisch afval in Ghana

Nog een filmpje, maar dan over Nigeria

Welke elektronica giganten zijn het meest 'groen'?
Greenpeace Guide to Greener Electronics
De Nederlandse versie staat hier

dinsdag 21 juni 2011

De nadelen van afvalverbranding

Volgens mij wordt het meeste grijze afval verbrand in Nederland. Eerst dacht ik dat dit beter is dan storten. Een vuilnisbelt vind ik zonde van dat stukje aarde, zonde van de bodem (die raakt zwaar vergiftigd natuurlijk) en het zorgt voor luchtvervuiling, wat weer slecht voor mens en dier. Bij verbranden heb je ook wel luchtvervuiling, maar het afval 'lijkt' in ieder geval te verdwijnen.

Toch is Leonard van the Story of Stuff fel tegen afval verbranden in grote installaties. "Vuur is geen geschikte manier om ons ‘afval’ weg te krijgen, zeker niet nu ons afval bestaat uit gsm’s, verfblikken, pvc (=giftig plastic) en batterijen."

Een aantal redenen:
  1. "Bij het verbranden van afval komen giftige stoffen in de producten vrij in de lucht. Wij ademen die lucht in. De stoffen kunnen ook vanuit de lucht in het water terecht komen. We drinken dat water en gebruiken het om onze gewassen te irrigeren. De giftige stoffen in de lucht dalen ook neer op boerderijen, op de velden en in de zee, en komen via de voedselketen uiteindelijk terecht in onze vis, vlees en zuivelproducten. Bovendien komen door verbranding van giftig afval weer meer giftige stoffen vrij die door verbranding en de chemische reacties uitgroeien tot nieuwe supergiffen. Veel verbrandingsovens braken bijvoorbeeld de gifstof dioxine uit.
  2. Verbranding van afval zorgt ervoor dat afval wordt omgezet in luchtvervuiling en as. Voor elke 3 ton afval die we verbranden, houden we 1 ton as over. In plaats van met een vuilniswagen vol met afval zitten we nu opgescheept met een iets kleinere hoop as, plus vervuiling van de lucht, onze longen en ons voedsel.
  3. De laatste mode in de wereld van de vuilverbranding is om zichzelf een afvalenergiebedrijf te noemen. Men belooft om al dat stinkende afval te verbranden en om te zetten in energie. Men gaat zelfs zover om te beweren dat afval duurzame energie oplevert en dat men daarom recht heeft op overheidssubsidies. Het kleine beetje energie dat vrijkomt bij afvalverbranding is echter heel erg vuile energie. Er komt bovendien enorm veel CO2 vrij het het verbranden van afval.
  4. (Dé reden voor Zero Waste:) Verbranden is toch eigenlijk verschrikkelijk zonde. Als je iets verbrandt, is de energie die dit oplevert slechts een fractie van de energiewaarde van het oorspronkelijk materiaal. Je kunt nooit de energie terugwinnen die is geïnvesteerd in de hele levenscyclus van een product. Als we spullen verbranden, betekent dit dat we weer nieuwe spullen moeten gaan delven, verbouwen, oogsten, verwerken, fabriceren en transporteren om die te vervangen. En dat kost allemaal oneindig veel meer energie dan het greintje dat afvalverbranding ons oplevert. Als het ultieme doel is om op energie te besparen, zouden we veel meer energie kunnen ‘produceren’ door hergebruik en recycling van spullen dan we ooit met de verbranding ervan zouden hebben kunnen bereiken.
  5. Verbranding bevordert in wezen afval. Vuilverbrandingsovens zijn verslaafd aan afval. Ze willen zoveel mogelijk afval om te kunnen verbranden, en willen het zelfs importeren uit andere gebieden. Bovendien nodigt verbranden niet bepaald uit tot het verminderen van het afval." Wie op de website van een vuilverbrandingsoven kijkt, leest dat ze energie opwekken met het verbranden van afval. Deze energie zou dan weer worden gebruikt voor stadsverwarming of het opwekken van elektriciteit, en de as zou dan weer worden hergebruikt in asfaltwegen. Wie zoiets leest, denkt: "Oh, dan maakt het niet uit of ik veel of weinig afval heb. Waarom zou ik dan moeite doen om mijn afval te verminderen??"
  6. "Vuilverbranding ondermijnt creatieve, echte oplossingen. Vertrouwen op vuilverbranding in de strijd tegen het vuil duidt op een gebrek aan verbeelding. Het is een oplossing voor mensen die kiezen voor tijdelijke stoplappen, niet voor mensen met een langetermijnvisie die oog hebben voor het achterliggende systeem dat al dat afval de wereld in heeft geholpen. Het voorkomen van een probleem is altijd te verkiezen - en altijd goedkoper - dan het alleen zoeken naar een snelle tijdelijke oplossing.
  7. Vuilverbranding is gewoon niet logisch. Ze leveren gewoon geen oplossing. Het is gewoon onzin om honderden miljoenen te investeren in het ontwikkelen van vuilverbrandingsinstallaties die bedoeld zijn om hulpbronnen te vernietigen. Het is een investering die niets positiefs oplevert."
Ter illustratie:

Zembla documentaire uit juni 2009: Vechten om vuilnis

Get Microsoft Silverlight Of bekijk de flash versie.

Links
De Belgen zijn ook tegen: Stopdeoven
Oplossingen volgens Stopdeoven

zondag 19 juni 2011

The Story of Stuff: Afval


Ons huis is eigenlijk gewoon een afwerkplek voor afval – Jerry Seinfield.




Depreciatie
Zijn we eerst zo blij met onze pas gekochte spullen en zijn we in eerste instantie heel voorzichtig met onze nieuwe gadgets, als het eenmaal een tijdje van ons is en ruimte in ons huis inneemt, verliest het zijn waarde.  Het is net een soort transformatie: we schaffen iets aan en dat krijgt een prominente plek in ons huis. Vervolgens verhuist het naar een kastje, daarna wordt het in een doos op zolder of in de garage opgeborgen, en daar blijft het tot het rommel is geworden.
Een ander woord voor deze transformatie is depreciatie. Het merendeel van onze gewone alledaagse spullen verliest zijn waarde.
Dit geldt gelukkig niet voor alles wat we kopen. Sommige artikelen, zoals kunst, antiek, collector’s items, en sieraden zullen waarschijnlijk in waarde stijgen.

In de huidige wereld gooien we tonnen spullen weg. Hup, weg ermee; als we niet weten hoe we het moeten repareren, als we ruimte willen maken voor nieuwe spullen, of als de oude spullen ons de keel uithangen. We zien soms zelfs het weggooien van dingen als een catharsis en we feliciteren onszelf met zo’n productieve opruimdag.


De mythe van weg is weg
Goed, daar liggen dan al die bergen afval afkomstig uit diverse bronnen. Waar gaat dat allemaal heen? Voor de overgrote meerderheid van ons afval is er geen ‘weg’. Er wordt een klein beetje gerecycled, maar het merendeel wordt begraven of verbrand. Volgens mij wordt het meeste restafval in Nederland verbrand in afvalverbrandingsinstallaties. Een klein deel wordt nog gestort. Zowel verbranden als storten zijn – uiteraard – schadelijk voor het milieu. Alle vuilnisbelten lekken, zijn giftig en vervuilen landschappen en grondwateren. Vuilnisbelten vervuilen ook de lucht en dragen bij aan de klimaatchaos. Mensen die vlakbij een vuilnisbelt wonen, hebben vaak last van hoofdpijn, duizeligheid, oogirritaties, uitslag en ademhalingsproblemen. De kans op de kanker en leukemie neemt ook flink toe. Tot slot verspillen vuilnisbelten ook hulpbronnen, want ze nemen honderden hectares goede grond in die anders gebruikt had kunnen worden. Na verloop van (lange) tijd komt bovendien via het lekken en desintegratie de inhoud van een vuilstort in de directe omgeving terecht. ‘Het kan een decennium duren, of het kan vijftig jaar of langer duren voordat een vuilstort zijn inhoud loost, dat maakt de natuur niet uit. De natuur heeft alle tijd van de wereld. Vroeg of laat zal dat afval dat in een ondiepe kuil begraven is, ontsnappen en zich verspreiden." 
 

vrijdag 17 juni 2011

The Happy Planet index

De Happy Planet Index, oftewel de Gelukkigeplaneetindex, kijkt naar hoe tevreden een land is (een combinatie van levensverwachting en tevredenheid met je leven), vergeleken met de aantal hulpbronnen die een land verbruikt. De index kijkt in feite naar hoe goed een land zijn hulpbronnen om kan zetten in tevredenheid.



Global Happy Planet Index (HPI) (Globaal overzicht van gelukkige en niet-gelukkige landen)

Hoe groener hoe gelukkiger, en hoe roder hoe ongelukkiger. Donker-oranje of rood is niet best dus.

Top 10 van gelukkige landen in 2006 en 2009
De volledige lijsten van 2006 en 2009

 De VS mag dan één van de welvarendste landen ter wereld zijn, ze nemen op de lijst maar een armoedige 114e plaats in.

Nederland stond in 2009 op de 43e plaats. Wij staan gewoon serieus achter Haïti, wie had dat verwacht? Costa Rica staat op 1.

Costa Rica heeft trouwens zijn leger in 1949 afgeschaft, en heeft het geld dat overbleef geïnvesteerd in onderwijs, cultuur en andere investeringen die bijdragen aan een lang, gezond en zinvol leven. De VS heeft daarentegen het hoogste militaire budget ter wereld.

Nog enkele overzichtjes:

Levensverwachting

Levenstevredenheid


Ecologische voetafdruk

(Onze hoge voetafdruk haalt ons hpi dus flink naar beneden)


Toch doen we het vergeleken met de rest van Europa lang niet slecht:

HPI Europa

De New Economics Foundation, de denktank die de jaarlijkse Happy Planet Index samenstelt, legt uit dat het mogelijk is lang en gelukkig te leven met een veel kleinere ecologische voetafdruk dan nu gebruikelijk is in de landen met de hoogste consumptie.  
(Lang en gelukkig leven met een kleine ecologische voetafdruk is bovendien ook precies de kern van mijn blog!)

Annie Leonard van The Story of Stuff vindt dat er een andere koers nodig is. "Het produceren en consumeren van spullen zou noch het centrale doel, noch de motor van onze economie moeten zijn. Zou het ultieme doel van onze economie niet het zorgen voor een goede gezondheidszorg, een veilige samenleving, goed onderwijs voor onze kinderen en een goede kwaliteit van leven moeten zijn? We moeten begrijpen dat de drang naar overconsumptie geen natuurlijk gegeven is, en ook geen geboorterecht."

“Als de menselijke familie zich tot doel zou stellen om een gelijke modale levensstandaard voor iedereen te realiseren, blijkt uit computersimulaties dat de wereld een duurzaam niveau van economische activiteit zou kunnen bereiken dat ongeveer gelijk is aan het materiële comfort van een gemiddeld Europees land."  

Met andere woorden: als we nu eens de enorme verschillen tussen arme en rijke mensen zouden opheffen. Als we vervolgens de rijkdommen die de wereld te bieden heeft, opnieuw en gelijkwaardig zouden herverdelen over alle mensen op aarde, dan zou iedereen een levensstandaard kunnen hebben zoals we die nu in Europa kennen.

"Accepteren dat je moet leven met genoeg, in plaats van met overvloed, geeft ons de kans terug te keren naar wat cultureel gesproken ons thuis is. Naar de aloude maatschappijstructuur van gezin, gemeenschap, prettig werk en een goed leven. Naar respect voor vakmanschap, creativiteit en creatie. Naar een levenstempo dat langzaam genoeg is om te kunnen genieten van een zonsondergang of een wandelingetje langs het water. Naar gemeenschappen die het waard zijn om er een leven lang deel van uit te maken. Naar de plekjes in je omgeving die zwanger zijn van de herinneringen van generaties voor jou."

Het enige wat me moeten doen is nagaan hoe we leven en kijken hoe we dit anders kunnen inrichten, zodat we minder spullen produceren en consumeren. Zodat we beter gebruikmaken van bronnen en spullen die al om ons heen zijn, en een stuk minder van deze waardevolle bronnen weggooien.

woensdag 15 juni 2011

Zowel de kwaliteit als de kwantiteit van spullen moet ter discussie staan

Niet alleen de kwaliteit van spullen, maar ook de kwantiteit (met andere woorden: de enorme hoeveelheid) van spullen zou ook ter discussie moeten staan.

De meeste mensen, en zelf veel actiegroepen stellen de enorme consumptie van de Westerse wereld niet ter discussie. Sommige bevlogen actiegroepen proberen de kwaliteit van de spullen die wij consumeren te verbeteren. Zo vechten sommige groepen bijvoorbeeld voor fairtrade en slaafvrije chocolade, voor biologische katoen, of voor pvc-vrij speelgoed. Bijna niemand heeft echter oog voor de kwantiteit, voor de enorme hoeveelheid van spullen die voor ons in het Westen voorhanden is.

Bijna niemand stelt zich de vraag: Consumeren we eigenlijk niet gewoon veel te veel?

Waarom moeten we bijvoorbeeld eigenlijk chocolade eten met Pasen, of dit nu slaaf-vrije chocola is of niet? Is een glaasje versgeperste jus d'orange en wat lekkere croissantjes en broodjes niet voldoende?
De enorme hoeveelheid spullen en het feit dat we eigenlijk te veel consumeren, dat is de vraag die het systeem in de kern raakt.


Downshifting

Leonard bespreekt ook de mensen die vrijwillig met minder willen doen. 'Downshifting, consuminderen, of genoeg-is-genoeg, is een groeiende beweging van mensen die ervoor kiezen uit de tredmolen te stappen van veel werken-tv kijken-geld uitgeven-werken, enzovoort. Het is een verschuiving naar minder werken en minder uitgeven. Consuminderaars verkiezen vrije tijd, gemeenschapszin, zelfontplooiing en gezondheid boven het vergaren van meer spullen. Het gaat er om dat je meer de nadruk legt op niet-materiële aspecten van je leven, zoals meer tijd doorbrengen met vrienden en familie, en meer tijd voor hobby's en bijvoorbeeld reizen, dingen die sowieso een grotere bron van geluk en geborgenheid zijn.
Consuminderaars hebben over het algemeen meer opleiding genoten (hoger onderwijs), betere connecties en meer vertrouwen in hun vermogen om hun leven zo in te delen zoals zij dat willen. Dit onderscheidt hen van arme mensen, die het soms onvrijwillig met minder moeten doen.'

Interessante link: Eenvoudig leven: hoe kan ik minderen? (pdf)


Bevrijding uit de tredmolen

Enkele mooie passages uit de link:

  • Consuminderen staat niet gelijk aan offeren en lijden. Het is een bevrijding van de sociale dwang om meer te hebben, meer te kopen en meer te moeten. Bezinning op het aldoor maar meer kopen en bezitten.  
  • Consuminderen vereist niet alleen een dieper bewustzijn, maar levert dat ook op.
  • We hebben in de Westerse wereld een gebrek aan zingeving. Het gaat erom dat je beseft dat ieder product wat je koopt per definitie niet-duurzaam is. Dit wil uiteraard niet zeggen dat minder consumeren en eenvoudig leven een lijdensweg is. Het maakt mensen juist bewuster en onafhankelijker.
  • Veel mensen geven op een gedachteloze manier hun geld uit. Bovendien ontlenen ze hun identiteit aan hun consumptiepatroon. Veel downshifters zeggen: "Ik leef nu pas mijn eigen leven. Ik heb me een beetje in de maling laten nemen."
  • Er zijn statistische aanwijzingen dat de kwaliteit leven beter wordt door te consuminderen. We hechten met z'n allen te veel belang aan zaken die misschien niet zo belangrijk zijn.
  • Een onderzoeker vond het verrassend dat mensen die er vrijwillig voor kiezen om rond te komen met minder geld, behoorlijk wat kritiek krijgen van hun omgeving. "Er heerst toch een grote maatschappelijke druk om mee te doen in de work-and-spend-cyclus; het consumeren."
  • Consuminderen is toch wel een grote stroming. Ongeveer 12 miljoen Europeanen doen aan downshiften. We leven in het postmaterialisme.

maandag 13 juni 2011

The Story of Stuff: consumptie


When things get tough, the tough go shopping




Jaaaaa, daar zijn we dan, Consumptie, het hoofdstuk van Story of Stuff dat mij het meest aanspreekt, omdat het vooral jezelf raakt. En je kunt nu eventueel je eigen gedrag veranderen.

“Terwijl de almachtige consument haar keuze maakt uit het enorme aanbod, is ze één moment de spil waar alles om draait. Ze ervaart een gevoel van macht als ze haar zuurverdiende centjes inruilt tegen spullen en er de eigenaar van wordt; of die aanschaf nu noodzakelijk is, gedaan in een opwelling of om zichzelf wat op te vrolijken – of misschien wel alledrie.”

Natuurlijk, iedereen moet consumeren om in leven te blijven. We hebben eten nodig, een dak boven ons hoofd, medicijnen als we ziek zijn en kleding om ons warm en droog te houden. En behalve deze basisbehoeften is er nog wat extra consumptie die het leven prettiger maakt. Bijvoorbeeld naar muziek luisteren, een goed glas wijn met vrienden drinken en af en toe een nieuwe jurk kopen.

Leonard stelt echter vragen bij overconsumptie en het consumentisme. Consumptie duidt op het verkrijgen en gebruiken van goederen en diensten om aan je behoeften te voldoen. Consumentisme is een vorm van consumptie waarbij we aan onze emotionele en sociale behoeften willen voldoen middels winkelen, en waarbij we onze eigenwaarde definiëren en demonstreren via de spullen die we bezitten. Overconsumptie is als we veel meer natuurlijke hulpbronnen gebruiken dan we nodig hebben en dan de planeet aankan, zoals nu grotendeels het geval is in de Westerse wereld.

Jdimytai Damour

Jdimytai Damour
Consumentisme gaat over excessen, over geen zicht meer hebben op wat belangrijk is in onze drang naar spullen. Leonard vertelt het verhaal van Jdimytai Damour. Hij was een 34-jarige seizoensarbeider uit Haiti die tijdelijk voor Wal-Mart werkte. De dag na Thanksgiving is traditiegetrouw ‘Black Friday’. Bijna iedere winkel is dan open en het is dé dag voor Amerikanen om alvast te gaan shoppen. Het is het begin van het kerstseizoen en het kopen van de kerstcadeaus. ‘Black Friday’ slaat op de zwarte cijfers voor de winkeliers: ze maken dan enorm veel winst. Veel winkels geven op deze dagen ook kortingen, waar veel mensen op af komen. Zo ook voor de Wal-Mart waar Damour werkte. Die zou om 5 uur ’s ochtends opengaan, en er waren al sinds 9 uur de vorige avond mensen zich aan het verzamelen om op koopjesjacht te gaan. Toen de deuren om 5 uur ’s ochtends opengingen, stormde een massa van 2000 man naar binnen. Damour werd onder de voet gelopen door de oprukkende menigte. Getuigen beweren dat de mensen gewoon over zijn lichaam heen liepen om bij de koopjes te komen. Ambulancepersoneel dat probeerde hem te helpen, ging ook onder in het gedrang. Amper een uur later, om 6 uur ’s ochtends werd Damour dood verklaard. Hij stierf door verstikking, want hij was letterlijk vertrapt.

"Damour bracht het ultieme offer en Amerika ging gewoon door met winkelen."

Hier gaan je haren toch zeker wel recht van overeind staan?? Allemachtig.

zondag 12 juni 2011

Zero Waste kat: hoe doe je dat?

Wat te doen met die kattenvoerblikken?


Ik probeer al een tijdje om mijn grijze afval zo veel mogelijk te beperken. Tot nu toe bestaat mijn afval vooral uit lege sap- en melkpakken, lege chipszakken en lege maaltijdzakjes van de katten.

Voor de eerste twee heb ik een alternatief, maar ik probeer nu het kattenvoer-afval te beperken. Het probleem is vooral het natvoer. Brokken kun je zowel in karton als in plastic kopen, maar natvoer alleen in die maaltijdzakjes en in blik. Die maaltijdzakjes zijn een beetje een doorn in mijn oog geworden, want er zit van binnen zo'n aluminium laagje in, waardoor het niet bij het plastic kan. Bovendien is -gezien mijn vorige post - een verpakking van aluminium weggooien ontzettend zonde en milieuvervuilend.

Geen maaltijdzakjes meer dus.

Wat kan je dan doen? Helemaal geen natvoer meer? Of bijvoorbeeld toch maar kiezen voor blikken kattenvoer? Conservenblikken zijn van metaal gemaakt, in tegenstelling tot de aluminium blikjes voor frisdrank. Volgens de site Kringloopblik zijn de lege metalen blikken prima te recyclen. Blik mag volgens de site gewoon in de vuilnisbak, want voor of na de verbrandingsoven worden de blikjes er met magneten uitgehaald. Staal is niet brandbaar en kan er zo worden uitgehaald. Van het staal kan weer een nieuw conservenblik, of iets anders van staal worden gemaakt, zoals een fiets of vliegtuig. Ze hebben er een leuke animatie van gemaakt. (Ga met je cursor over de poppetjes)

Volgens de site wordt 87% van blik gerecycled.


De site zet het allemaal wel erg milieuvriendelijk en duurzaam neer. Of dat echt zo is betwijfel ik, maar ik wist niet dat er al wel zoveel blik uit iedereen z'n afval wordt uitgehaald. Ik ben wel blij dat ze dit doen!


Wat geef jij aan je kat, en let je daarbij ook op de verpakking? En hoe zou je het aanpakken wat betreft Zero Waste?

zaterdag 11 juni 2011

Een goede reden om geen aliminium blikjes meer te gebruiken


Vermijd aliminium blikjes

Een compleet onzinnige verpakking zijn volgens The Story of Stuff aluminium blikjes. Als je graag op een eenvoudige manier wilt beginnen om je eigen negatieve impact op het milieu te verkleinen, begin dan met het uitbannen uit je leven van dit giftige en totaal onnodige materiaal.

Mensen gebruiken blikjes omdat ze licht zijn, niet breken, en snel koud worden. In de VS worden ieder jaar 100 miljard blikjes gebruikt, in Europa ongeveer 10 miljard blikjes.

Winning van bauxiet

Een blikje begint zijn leven als roodachtige erts, bauxiet genaamd, dat in bovengrondse mijnen wordt ontgonnen in landen als Australië, Brazilië, Jamaica, Suriname en nog een aantal tropische plekken. De mijnbouw verjaagt de inheemse mensen en dieren die er leven en velt vele bomen. Het bauxiet wordt elders verpulverd, gewassen, en in smeltovens samen met giftige stoffen tot een soort aluminium staven gemaakt. Deze staven worden dan weer elders uitgerold tot dunne vellen, waarvan dan eindelijk de blikjes worden gemaakt. Die blikjes worden weer gewassen, van een beschermlaag verzien, beschilderd, gelakt en tot slotte gevuld met drank. Na al deze moeite en processen wordt de inhoud van het blikje binnen een paar seconden opgedronken, waarna het blikje binnen een paar seconden tot afval wordt gereduceerd.

Hoewel de blikjes recyclebaar zijn, wordt maar de helft gerecycled. Zo kwam in 2004 in de VS meer dan 800.000 ton aan blikjes in het afval terecht, en wereldwijd nog eens 300.000 ton aan blikjes. Het cijfer in de VS is hoger, omdat Amerikanen nauwelijks blikjes recyclen. Buiten de VS is het recycle-cijfer een stuk hoger.

Annie Leonard beschrijft een film over de afvalproblematiek van aluminium blikjes. In een film over totaal geruïneerde, WALL-E-achtige, planeet Aarde ergens in de toekomst, arriveren buitenaardse wezen. Ze vinden op de planeet aarde nog één overlevende en onderwerpen hem aan een kruisverhoor betreffende de ongelooflijk waardevolle en overal rondzwervende stukjes aluminium. De buitenaarde wezens zijn ervan overtuigd dat deze werden gebruikt voor communicatie en militaire of medische doeleinden. Als de overlevende antwoordt dat ze eenmalig werden gebruikt als blikjes voor suikerzoete, koolzuurhoudende dranken, denken ze dat hij liegt. “Niemand is toch zo stom, zo irrationeel, om een zo hoogwaardig, energie-intensief metaal te gebruiken om er een simpel drankje in te doen??"

Leonard stelt voor om op te houden met dat absurde en lichtzinnige gebruik van aluminium als verpakking voor frisdrankjes. We kunnen toch ook wel uit navulbare flessen drinken?


vrijdag 10 juni 2011

Jeej, het begin van mijn eetbare tuin :)

Ik kwam gistermiddag thuis, en ik zag opeens dat de eerste framboosjes al gerijpt waren. :) Hoe leuk is het om zelf wat fruit en groente te 'kweken'. :)


Dit is mijn rode frambozenstruikje. Ik heb verder nog een bramenstuikje en een zwarte frambozenstruikje staan, en daar begint het ook te komen.

Verder heb ik nog wat bakken staan met allerlei keukenkruiden en wat paprika- en aardbeienplantjes. (Er staat ook wat gewone eenjarige plantjes tussen.)


Ik heb wel een beetje gespiekt, want ik heb de stekjes allemaal in een tuincentrum gekocht. Ik heb verder nog een plastic kasje met champignons, maar dat wil niet zo. Ik wil ook nog kijken voor een snackkomkommer- en een wat groter paprika plantje. In wat oude plastic bakjes wil ik ten slotte proberen om komkommerzaadjes op te kweken.

Oh ja: dit zijn een deel van mijn weckpotten in gebruik als opbergpotten. Ik heb er ook nog wat kleinere potjes bijgekocht. Staat lekker zero waste zo. ;)


donderdag 9 juni 2011

Micky Mouse goes to Haiti

Vervolg van The Story of Stuff - bespreking..


Micky Mouse goes to Haiti is een film die de ontberingen van de arbeiders die onze kleding maken laat zien. De film focust op de Haïtiaanse arbeidsters in de naaiateliers die de kleding voor Disney maken. Deze vrouwen werken dag in, dag uit, om Disney-kleren te maken die ze zelf nooit kunnen veroorloven. Ze verdienen ongeveer 15 dollar voor een 6 daagse werkweek van 8 uur per dag. De vrouwen beschrijven de gruwelijke werkdruk, de ongewenste intimiteiten die elke dag plaatsvinden en andere onveilige en vernederende omstandigheden. De vrouwen krijgen een half procent betaald van de verkoopprijs van het betreffende kledingstuk in de VS. De president-directeur van Disney verdiende daarentegen zo’n 101.000 dollar per uur in 1996.

Een alternatief hebben de vrouwen echter niet. Één van de vrouwen vertelde de schrijfster van de Story of Stuff, Annie Leonard, dat werken voor Disney haar in staat stelde langzaam te verhongeren. Dat was altijd nog beter was dan snel verhongeren.
In 2009, 13 jaar later, waren de werkomstandigheden nog nauwelijks verbeterd in Port au Prince.

Fairtrade
Als je een fairtrade logo ziet, bedenk dan dat de katoen-boeren een eerlijker prijs voor hun producten hebben gekregen, en dat fabrieksarbeiders betere arbeidsomstandigheden hebben en een beter loon dan de vrouwen op Haïti.
Om al deze redenen zijn biologische en fairtrade katoenproducten de betere keuze. De allerbeste keuze is natuurlijk om de kleding die je al hebt te koesteren.

dinsdag 7 juni 2011

The Story of Stuff: olie


Het boren naar en verwerken en verbranden van olie is een smerige aangelegenheid die overal ter wereld de gezondheid van mensen bedreigt, om nog maar te zwijgen van de gevolgen voor de planeet tijdens het exploiteren van de olie en de enorme uitstoot van het verkeer.

Toch zal ooit de olie opraken; het is immers geen hernieuwbare grondstof. Peak Oil, de piek in de olieproductie, komt snel naderbij. Volgens sommigen zal Peak Oil in 2020 gebeuren, maar zal er al eerder een oliecrisis komen. Er komt steeds meer vraag naar olie en de prijzen zullen alleen maar stijgen. (Dit laatste merk ik zelf ook al. Vorig jaar kostte een volle tank 50 euro, nu is dat 60 euro. Het zal alleen maar verder stijgen.)

Een citaat weer:
“We zullen de olie moeten laten vallen, voordat de olie ons laat vallen. We zullen ons moeten voorbereiden op die dag. Hoe sneller we daarmee beginnen hoe beter, want ons hele economische en sociale systeem is gebaseerd op olie. Dat veranderen zal dus heel wat tijd en geld kosten ."

Shell in Nigeria

Shell boort sinds 1958 in één van de meest vruchtbare regio’s van Nigeria naar olie. In dit gebied wonen de Ogoni, een volk die tot een van de etnische minderheden van Nigeria behoort. De Nigeriaanse wetgeving erkent ze niet, en ze worden ook nauwelijks beschermd.

Na decennia van armoede, gezondheidsproblemen en verwoesting van de natuur, terwijl Shell hier miljoenen dollars verdiende, begonnen de Ogoni’s zich te organiseren voor hun rechten en voor hun land te vechten. In 1990 werd MOSOP opgericht, de Movement for the Survival of the Ogoni People. Het is een vreedzame protestbeweging, en stond tot 1995 onder leiding van Ken Saro Wiwa. Volgens Annie Leonard was hij een charismatisch schrijver, zakenman, tv-product en milieuactiviteit. Hij was tevens een briljante spreker die de wereld rondreisde om de mensen bewust te maken van de enorme verwoesting van het milieu en het schenden van de mensenrechten die op grote schaal in Nigeria voorkwamen.

Door Wiwa's inspanningen is er een krachtig netwerk van bevlogen mensen ontstaan, die er bij Shell op aandringen schoner te gaan werken, om de milieuschade te herstellen, de mensenrechten te respecteren en de opbrengsten van de olie eerlijker te verdelen met de lokale bevolking.
Door Wiwa’s bekendmaking aan de rest van de wereld ontstonden er protestacties bij Shell, werden er documentaires gemaakt, ontwikkelden organisaties als Amnesty International en Greenpeace campagnes, en werden er bij de aandeelhoudersvergadering van Shell resoluties ingediend.

Shell heeft een sterke band met het dictatoriale bewind van Nigeria en was natuurlijk niet blij met Wiwa’s activiteiten. Shell wilde maar wat graag de lastige MOSOP beweging het zwijgen opleggen. Correspondentie tussen Shell en de Nigeriaanse overheid toont de wens aan van Shell op MOSOP te stoppen. Wiwa gaf zijn strijd voor het milieu en de mensenrechten echter niet op, zelfs niet onder toenemende bedreigingen en pesterijen.

“Geschokt door de ontluisterende armoede van mijn volk, dat leeft in een rijk bedeeld land, diepbedroefd over hun politieke marginalisatie en economische verwurging, woedend over de verwoesting van hun land, hun erfgoed, in de hoop dat ze het recht op leven en op een fatsoenlijk bestaan te behouden, en vastbesloten om dit land een rechtvaardig democratisch systeem te geven dat iedereen en elke etnische groepering in bescherming neemt en ons allemaal een valide aanspraak op menselijke beschaving geeft, heb ik mijn intellectuele en materiële bagage, ja mijn leven, gewijd aan een zaak waar ik onvoorwaardelijk in geloof.”

Dit is een passage uit Wiwa’s slotpleidooi in de rechtbank, nadat hij en vijftien andere Ogoni’s waren gearresteerd op valse aanklachten.

Wiwa werd uiteindelijk schuldig bevonden aan moord, terwijl onomstotelijk kon worden aangetoond dat hij niet eens in het gebied was geweest waar de moord was gepleegd. Op 10 november 1995 werd hij geëxecuteerd.

Er was veel internationaal protest tegen deze onterechte executie. Voor Leonard kwam het nieuws als een schok. Zij wist dat hij onder valse voorwendselen was gearresteerd, maar had nooit verwacht dat Wiwa ook daadwerkelijk zou worden opgehangen. Ze dacht dat hij daarvoor te veel internationale vrienden had. Regeringen, mensenrechtenorganisaties en prominente schrijvers hadden een beroep gedaan op de Nigeriaanse overheid om Wiwa en zijn collega’s te sparen. Hij had één van de meest bekeken tv-series van heel Afrika geschreven. Hij was charmant en belezen en genoot internationale belangstelling.

Niemand had dan ook vewacht dat zijn dood zomaar onder het tapijt kon worden geveegd. Maar toch gebeurde dat. Leonard schrijft dat ze de gevoeligheid van de Nigeriaanse regering voor internationale druk had overschat, en ze had onderschat hoe graag ze Wiwa het zwijgen op wilde leggen.

Shell is inmiddels niet meer in Ogoni-land, maar pompt nog dagelijks meer dan 250.000 vaten olie op in Nigeria. De minachting van Shell voor zowel mensen als milieu zal de norm blijven in deze industrie.

Het krankzinnige is nog wel dat we uitstekende alternatieven hebben voor olie. Zonne- en windenergie kunnen al veel van onze energiebehoeften leveren. Het combineren van een duurzame energie met een flinke reductie van de energievraag (door een efficiënter energieverbruik), zou genoeg moeten zijn om al die olie gewoon in de grond te laten zitten.

De vloek van de overvloed
'Er zit een rode draad in de verhalen over coltan in Congo, goud in Zuid-Afrika of Suriname, diamanten in Sierra Leone, en de olie in Nigeria: al deze plekken hebben een overvloed aan waardevolle natuurlijke hulpbronnen, maar op de een of andere manier trekt de lokale bevolking altijd aan het kortste eind, zowel ecologisch als economisch.
Veel gemeenschappen met kostbare, niet-hernieuwbare hulpbronnen als wouden, metalen en mineralen eindigen zelf als verarmde gebieden en waarbij de burgers hongerig en ziek achterblijven. Deze paradox wordt ook wel de vloek van de overvloed genoemd.'

Links:
Zembladocumentaire over Shell:  De vuile olie van Shell



Kijktip:
Wat zou er gebeuren als onze wereld zonder olie komt te zitten? National Geographic schetst een scenario. Erg interessant!


Aftermath: A world without oil

zondag 5 juni 2011

The Story of Stuff: goud, diamanten en conflictmetalen

Vervolg van mijn 'samenvatting' van The Story of Stuff:

Goud


Het winnen van goud, zilver en diamanten is enorm vervuilend. Het delven van voldoende goud voor een gemiddelde gouden trouwring zorgt alleen voor ongeveer 20 ton aan gevaarlijk mijnafval. De mijnbouwbedrijven hebben namelijk veel gif nodig om het goud van de erts te scheiden. Vaak wordt dit afval in een rivier of in zee gedumpt.

Het winnen van goud in respectievelijk Zuid-Afrika en Suriname:
 

Toch zijn veel mensen erg gehecht aan hun gouden of zilveren ringetje. Ik net zo goed. De schrijfster van The Story of Stuff, Annie Leonard, geeft de tip om als je iemand iets van goud wilt geven, eens te kijken naar ‘tweedehands.’ Zo heeft Leonard ooit eens een oud gouden ringetje gekregen met de inscriptie    ’16 mai 1896’. Waarschijnlijk komt het ringetje van oorsprong uit Duitsland of Frankrijk, en heeft het al een heel leven gehad voordat zij hem kreeg. Dat vond ze erg bijzonder; wat voor Europees meisje zou dat ringetje in 1896 hebben gekregen? En van wie en voor welke gelegenheid?

De beste manier om ervoor te zorgen dat we niet bijdragen aan de verwoesting die wordt veroorzaakt door de goudwinning, is het kopen van al eerder door iemand anders bezeten of gerecycled goud, of er helemaal van af te zien.

Conflictmineralen
Delfstoffen als diamanten en coltan worden conflictmineralen genoemd. (Ik heb er al eerder over geblogd.)


Coltan zit in al onze mobieltjes, mp3-spelers, afstandsbedieningen en playstations. In 2000 werd Coltan opeens veel waard (door het enorme succes van de PS2), waarna veel Congolezen de weelderige groene oerwouden introkken om het spul te verzamelen. Daarbij werd veel maagdelijk oerwoud verwoest, en zijn er vele gorilla’s gedood. Diverse legers (zowel van rebellen als de regering) snelden toe om de handel hardhandig over te nemen, waarbij ze veel kinderen en krijgsgevangenen inzetten om het zware werk te doen. Ook het verkrachten van vrouwen en illegale wapenhandel nam op grote schaal toe. Een citaat over de situatie:


“Kinderen in Congo werden naar de mijnen gestuurd om te sterven, zodat kinderen in Europa en Amerika thuis in de woonkamer denkbeeldige vijanden overhoop konden schieten.”



Wetenschappers werken op dit moment aan een database van een coltane fingerprint. Elke mijn heeft een duidelijke geologische geschiedenis en produceert metaal met een specifieke samenstelling. De database zou kunnen leiden tot een internationaal certificerings-systeem voor coltan, zodat elektronicafabrikanten hun coltan kunnen betrekken uit legitieme mijnen met fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en met oog voor milieu.

De beste oplossing is echter om elektronica – waar zowel goud als coltan inzit- vele malen duurzamer te maken. De levensduur van een product flink verlengen, zodat ze minder snel afgedankt en vervangen worden. Verder kunnen we ook van fabrikanten eisen dat ze oude elektronica weer terugnemen, om de diverse onderdelen weer te kunnen hergebruiken. Zo is er minder elektronisch afval en neemt de druk op de mijnbouw af.

Er liggen ook nog vele oude telefoons ongebruikt in ladekastjes. In de VS zijn dat er zo'n 500 miljoen, dit zijn een heleboel potentiële delfstoffen die hergebruikt kunnen worden.

Diamanten

Diamanten zijn erg bekend - en berucht - als conflictmineralen geworden door de film Blood Diamond. 



De beste manier om het voeden van conflicten en burgeroorlogen tegen te gaan is om geen diamanten te kopen. Punt. De diamantindustrie weet de stenen op fantastische manier in de markt te zetten als symbolen van liefde, genegenheid, rijkdom en status. Maar dat wil toch nog niet zeggen dat wij daar in moeten trappen? Er zijn toch meer dan genoeg andere manieren om je liefde te tonen?

Volgende keer: olie.

zaterdag 4 juni 2011

Op weg naar Zero Waste: papier

Ik ben nu bezig met het drastisch verminderen van mijn oud papier. :)

Ik heb nu sinds een week een 'nee nee' sticker op mijn brievenbus gedaan, en ik merk echt veel verschil! Er komen nu geen twee dikke pakketten aan reclame folders meer binnen, de twee regionale krantjes komen ook niet meer, net als de lokale bode (tijdschrift). Volgens mij scheelt dat echt veel oud papier per maand! Ik mis de folders en krantjes niet, ik las ze toch al nauwelijks meer door.


Ik heb zo'n grote blauwe bak voor het oud papier. Ik denk dat ik deze nu in het schuurtje ga zetten en ik zet een (mooie) doos in het bijkeukentje. Daar kan dan al het papier in voor de de hele maand. Als de doos dan vol is, kan ik hem in de blauwe container legen en weer overnieuw beginnen.

Ik ben eerlijk gezegd ook blij dat die blauwe bak dan uit mijn tuin verdwenen is.

Misschien dat ik dan maar eens in het half jaar mijn blauwe container buiten moet zetten, in plaats van elke maand? In de maand mei zat de bak nog helemaal vol met reclamefolders, kranten, papieren/kartonnen verpakkingen en lege dozen.

Ik ben benieuwd!


Ik dacht ook: dit past mooi in de Zero Waste levensstijl :)
  1. Refuse & reduce: (nee nee sticker)
  2. Reuse (ik kan oude enveloppen hergebruiken door ze te verknippen en gebruiken als memo-blaadjes)
  3. Recycle (eens in de 6 maanden dus)

vrijdag 3 juni 2011

The story of Stuff: het boek

Ik heb inmiddels The Story of Stuff doorgelezen. Het was een veel dikker boek dan ik had verwacht, maar erg interessant! In het boek gaat Annie Leonard dieper in op de verhalen uit de internetfilm.

Ik heb geen concrete samenvatting gemaakt, maar ik vond een aantal dingen uit het boek erg interessant. Deze zet ik de komende tijd om de dag op mijn blog. (Hou je vast: het zijn 12 blogonderwerpen).Vandaag de eerste.


Hoofdstuk 1 Exploitatie:


Het is goed te beseffen dat voor het maken van één product er enorm veel andere grondstoffen nodig zijn.

Bijvoorbeeld voor het maken van papier:
Elk essentieel ingrediënt (voor papier zijn dat natuurlijk bomen) vereist heel wat andere dingen om ze uit de aarde te kunnen halen, en om tot gebruiksklaar product te worden verwerkt. Je hebt naast bomen ook metaal nodig voor kettingzagen en dergelijke, en verder trucks, treinen en zelfs schepen om het hout naar de diverse fabrieken te vervoeren, en olie om al die machines en fabrieken te laten werken. Er is enorm veel water nodig om houtpulp en bleekmiddel te maken om het papier op de gewenste witte kleur te krijgen. Daarom heb je voor 1 ton papier maar liefst 98 ton aan andere hulpmiddelen nodig.
 
 

Nog wat voorbeelden:
  • Het vergt 1000 liter water om het katoen te telen voor 1 t-shirt
  • Voor je kopje koffie ’s ochtends wordt 150 liter water gebruikt om de bonen te verbouwen, te verwerken, te verpakken en te verschepen. 
  • De productie van 1 auto kost ongeveer 150.000 liter water.


Koester je spullen
 
Annie Leonard is overigens niet tégen spullen. Ze is in feite zelfs vóór spullen, maar ze wil dat we meer waarde hechten aan onze dingen, dat we die het respect geven die ze verdienen. “Ik wil dat we inzien dat elk item dat we kopen allerlei hulpbronnen en arbeid heeft gevraagd. Iemand heeft via mijnbouw de metalen voor jouw gsm naar boven gehaald; iemand heeft de balen katoen voor je t-shirt uitgeladen. Iemand in een fabriek heeft jouw zonnebril in elkaar gezet, en hij of zij kan daarbij zijn blootgesteld aan schadelijke stoffen of zijn gedwongen overwerk te verrichten. Iemand heeft jouw boeket bloemen door het land gereden of over de wereld gevlogen om het bij jou te krijgen. Het is nodig dat we de werkelijke waarde van onze spullen beseffen, een waarde die veel verder gaat dan alleen dat prijskaartje of de sociale status die het bezit ervan je oplevert. Spullen zouden lang mee moeten gaan. Ze zouden met de trots van de vakman worden gemaakt en ook dienovereenkomstig moeten worden gekoesterd.”

Leonard legt uit dat ze zelf zo min mogelijk nieuwe spullen probeert te kopen. Als ze iets nodig heeft, probeert ze het tweedehands te verkrijgen, want dat voorkomt dat er nog weer meer afval geproduceerd wordt geproduceerd tijdens het maken ervan. Tot slot gaat ze uiteraard ook erg zorgvuldig met haar spullen om.

woensdag 1 juni 2011

The Story of Stuff: de film

* Dit is een oude samenvatting, het komt uit een post van 4 september 2010, maar ik gooi hem er nog een keer op. Ik heb inmiddels het boek gelezen; daar ga ik morgen over bloggen.

Dit is een samenvatting van de internetfilm The Story of Stuff van Annie Leonard, aangevuld met gegevens die ik elders heb gelezen.



Waar komen onze spullen vandaan, door wie worden ze gemaakt en waar eindigen ze uiteindelijk? In de Story of Stuff wordt het overzichtelijk uitgelegd. Er bestaat een complete cyclus: van exploitatie – productie – distributie – consumptie en afdanking.

Exploitatie
 We gebruiken teveel natuurlijke grondstoffen. In de laatste 30 jaar is al een derde van de natuurlijke grondstoffen van de aarde verbruikt. Ook de natuur van de Derde Wereld wordt grif geplunderd voor onze spullen. We telen, kappen en mijnen maar door. 75% van de viswateren worden volledig of overbevist. 80% van de bossen op aarde zijn inmiddels verdwenen.

Productie

Tijdens het productieproces vermengen we chemicaliën met de natuurlijke hulpbronnen, om chemische producten te maken. Een voorbeeld zijn vlamvertragers. Dit spul zit in computers en andere apparaten en in de Amerika ook in banken, kussen en dekbedden. (In Nederland nog niet geloof ik, maar men wil dit gaan doen voor de brandveiligheid.) We worden echter door de producten wel blootgesteld aan deze giftige stoffen, die zich opbouwen in ons lichaam. Het meest giftige product is:…moedermelk!
In de fabrieken in de Derde Wereld is het ook niet best. De fabrieksarbeiders worden op grote schaal blootgesteld aan de chemicaliën tijdens het productieproces. Veel fabrieksarbeiders zijn mensen die, nadat hun gebied van herkomst is vernield door de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen, geen andere keuze hebben dan om naar de stad te trekken. Ongeveer 200.000 mensen trekken elke dag naar de stad om daar te gaan werken. Ze eindigen veelal in sloppenwijken. We zijn inmiddels sinds een paar jaar het punt voorbij dat er meer mensen in de stad wonen dan op het platteland. Dit is voor het eerst in de geschiedenis.
Zowel de natuur, grondstoffen en mensen worden zo ernstig vervuild omwille van de consumptiemaatschappij en winst. De lucht overigens ook, want tijdens het productieproces komt er enorm veel CO2 uitstoot en luchtvervuiling vrij.

Distributie


Dit houdt in de chemische troep (zoals Annie Leonard de spullen of producten noemt) zo snel mogelijk te verkopen. Dit doet men door de prijzen laag te houden, zodat mensen blijven kopen, en de lege schappen weer snel worden gevuld met nieuwe producten. Wij betalen eigenlijk ook niet de volledige prijs voor onze spullen. Wie dan wel? De mensen wiens leefgebied is verwoest en de al eerder genoemde fabrieksarbeiders. Zo schijnen 30% van de kinderen in Congo van school te zijn gegaan om de erts Coltan te mijnen, dat gebruikt wordt voor goedkope elektronica.

Consumptie

De spil van het systeem is de Westerse ‘noodzaak’ tot consumeren. Wanneer de economie tegen zit roept de overheid (in het filmpje Bush) en (in Nederland bijvoorbeeld de Nederlandse Bank) consumenten op vooral méér te gaan shoppen, te consumeren, en het geld te laten rollen. Volgens Annie Leopard wordt onze waarde tegenwoordig bepaald door onze mate van consumptie. Hoe meer spullen toe beter. Dus hoe groter je huis, hoe dikker je auto en hoe meer (luxe) spullen je hebt, hoe meer prestige je krijgt. Huizen worden ook steeds groter.

Ondertussen kopen en kopen we. We verbruiken nu twee keer zoveel spullen als 50 jaar geleden. Echter, 99% van alle spullen die we kopen wordt in Amerika na 6 maanden weer weggegooid! (In Nederland zal dat niet veel lager liggen?) 99% procent van de spullen die we oogsten, mijnen, verspillen, enzovoort, ligt na een half jaar weer op de vuilnisbelt.

Dit is niet vanzelf gekomen. Het systeem is kort na de Tweede Wereldoorlog ontworpen om de getroffen economie er weer bovenop te krijgen. (Hetzelfde geldt voor de bio-industrie in Nederland. Na de WOII en de hongerwinter van 1944-45 zei de overheid: we willen nooit meer voedselschaarste. Iedereen moet tegen lage prijzen vlees kunnen kopen. En voila: de bio-industrie was geboren.)
Consumeren moest een levenswijze worden. En dat is het, met elke feestdag moet er geshopt worden. Sinterklaas, kerst, na de kerst met de opruiming, Valentijnsdag, Spring Sale, Pasen, Zomerkorting, en daarna komt Halloween, en het is weer Sinterklaas en kerst..

Men produceert met opzet spullen die snel kapot gaan, daardoor weggegooid worden en zodat we weer nieuwe spullen kopen. Dit geldt voor plastic tasjes en bekertjes, en voor spullen als video’s, cd’s, camera’s, computers, tv’s. Veel spullen, waaronder mobiele telefoons en camera’s worden zo gemaakt dat ze maar enkele jaren meegaan. Zodat wanneer het verouderd is of niet meer werkt we dus een nieuwe versie kopen!

Het doel van reclame is om ons ongelukkig te maken, en ons te doen geloven dat we pas gelukkig worden als we dat ene product kopen. We hebben nu misschien twee keer zoveel spullen als in de jaren ’50, maar we zijn er niet gelukkiger op geworden. De gelukscurve gaat eerder naar beneden. Volgens het filmpje werken we zo hard om maar te kunnen shoppen en consumeren, dat we steeds meer uren gaan werken. Hierdoor hebben we minder tijd om die dingen te doen die ons gelukkig maken, zoals familie, vrienden en vrije tijd. Volgens sommige onderzoekers hebben we sinds de Middeleeuwen nog nooit zo weinig vrije tijd gehad als nu!

En wat doen we met onze spaarzame vrije tijd? We winkelen en we kijken tv. We werken de hele dag, komen ’s avonds vermoeid thuis en ploffen voor de tv. Daar zien we reclame dat we echt dit en dat móeten hebben om gelukkig te worden, dus we snellen naar de winkel om het te kopen. Hierdoor moeten we weer meer werken om dit allemaal te kunnen bekostigen. “We are on this crazy work - watch tv – shop- tredmill.”
Maar! We kunnen er voor kiezen er uit te stappen.

Afdanking

Het grootste gedeelte van ons afval komt terecht op de vuilnisbelt of wordt verbrand. Tijdens de verbranding komen dan weer chemicaliën vrij. (Het waren immers giftige producten!).
Het positieve aan dit sombere verhaal is dat mensen het slechte vervuilende systeem hebben bedacht, en dat daardoor mensen het ook weer kunnen veranderen. Er is een groenere duurzame variant mogelijk. In de diverse stappen van de cyclus is men bezig met de verbetering ervan. Van bescherming van natuur en leefgebieden, tot schonere en groene productie, betere behandeling van de fabrieksarbeiders, consuminderen, een biologisch of fairtrade alternatief, en biologisch afbreekbaar afval. Afval zou zelfs voedsel kunnen zijn.. Maar dat is een ander verhaal (cradle tot cradle).


Voor mij werkt het samenvatten van een film als deze erg goed, dan blijft het vaak net iets langer hangen dan wanneer je de film een keer kijkt. Wat vinden jullie van dit verhaal? Is het handig om te lezen of is alleen de film kijken voldoende? Heb je iets aan deze samenvatting?


Foto van een tekst die hing bij de openluchttentoonstelling Spirit of the Wild van natuurfotograaf Steve Bloom. De tentoonstelling was in 2007 bij de Westerkerk in Amsterdam te zien.